top of page

*

Tijdens deze bijeenkomst gaan we nader in op het kijken naar kinderen. De deelnemers gaan zelf aan de slag met de termen welbevinden en betrokkenheid. Ze bekijken met hun collega’s hoe zij welbevinden en betrokkenheid kunnen herkennen bij kinderen. Waar denken zij in eerste instantie zelf aan. Vervolgens bekijken we het eigen kindvolgsysteem en bekijken we enkele andere voorbeelden die welbevinden en betrokkenheid goed in kaart kunnen brengen.
Na deze bijeenkomst hebben de cursisten een duidelijk beeld van een observatie-instrument “welbevinden en betrokkenheid” en kunnen zij in de praktijk goede observaties doen en hun bevindingen delen met collega’s en bespreken met ouders.

*

Om kinderen in hun ontwikkeling op het juiste moment te kunnen stimuleren zonder dwingend aanwezig te zijn, moet een pedagogisch medewerker op de hoogte zijn van de mogelijke ontwikkelingsfasen van de kinderen. Met behulp van verschillende achtergrondinformatie gaan we deze verschillende ontwikkelingen bestuderen. We bekijken verschillende materialen zoals het HOREB , “Zo beweeg ik, Zo doe ik, Zo praat ik” van de CED-groep, het eigen kindvolgsysteem, Spectrovita, het pedagogisch kader.
Hoe zie je dit terug bij de inhoudelijke kennis die van jou verwacht wordt als pedagogisch medewerker? (KLOP) Hoe zou je dit kunnen ontwikkelen?
Na deze bijeenkomst hebben de deelnemers een beeld waar ze op zoek kunnen gaan naar de verschillende ontwikkelingsgebieden van de kinderen en hebben ze een beeld van de wijze waarop ze dit vanuit de visie “de pedagogiek van het luisteren” kunnen stimuleren.

*

Aan de hand van verschillende processen die naar aanleiding van de eerdere bijeenkomsten verzameld zijn door de deelnemers zelf gaan we de pedagogische cyclus doorlopen. De deelnemer krijgt hierdoor grip op het werken vanuit hetgeen kinderen bezig houdt. We leggen tijdens de bijeenkomst de link naar welbevinden, betrokkenheid, verbondenheid en het beredeneerd aanbod: ontwikkelingsgericht. De werking van de verschillende factoren van de pedagogiek van het luisteren wordt steeds beter zichtbaar. We bekijken filmmateriaal en gaan op zoek naar de dingen die kinderen echt eens zouden moeten mogen ontdekken.

*

a. Het kind en het andere kind
b. De volwassene
c. De ruimte als pedagoog

 

In een eerdere bijeenkomst hebben we deze drie pedagogen al besproken en bekeken. We zoomen nu nader in op elke pedagoog zodat iedere deelnemer zich kan professionaliseren ten aanzien van de drie pedagogen.
 

a. hoe kun je gebruik maken van het feit dat kinderen voor zichzelf en elkaar een pedagoog zijn? Hoe zet je dit in in je groep? Wat betekent dit voor jou als pedagogisch medewerker? Waar zie je dit terug in het LIDO?
 

b. De volwassene: we verzamelen alle kwaliteiten die een pedagogisch medewerker in huis zou moeten hebben om de pedagogiek van het luisteren toe te kunnen passen. We nemen de LIDO-scan erbij en nemen het blok “Leiderschap” onder de loep. We bekijken welke ontwikkelingen eenieder al heeft door gemaakt en wat we nog meer zouden willen ontwikkelen.
Vervolgens gaan we aan de slag met de ervaringsgerichte dialoog: we bekijken het communiceren met kinderen heel intensief en gaan hiermee oefenen tijdens de bijeenkomst. De wijze waarop je communiceert met de kinderen speelt een essentiële rol.

 

c. De ruimte als pedagoog.
Alle deelnemers maken een wensenlijst voor hun eigen groep waneer ze deze volgens de pedagogiek van het luisteren in zouden willen richten. Aan de hand van verschillend beeldmateriaal doen we nog meer ideeën op en bepalen we criteria voor een inrichting die bij onze uitgangspunten past.

*

Alle inhouden van de bijeenkomsten zijn van wezenlijk belang om de totale pedagogiek van het luisteren tot zijn recht te laten komen. Ook die van de structuur en de cultuur binnen de organisatie: de samenwerking tussen team, ouders, leiding. Dit zijn de twee buitenste cirkels van de REEXcirkel.
Samen bekijken we de criteria voor de professionele cultuur. Hoe gaat het in jouw organisatie? Aan welke factoren zou jij kunnen werken?

 

De deelnemers geven tijdens deze avond aan hoe zij zich het beste ontwikkelen binnen het kindcentrum. Wat hebben zij nodig? Wat is de rol van de samenwerking met de collega’s, de leidinggevenden en de ouders. Wat betekent dit dus ook voor je eigen houding binnen het kindcentrum. Uiteindelijk heeft het allemaal weer de uitwerking naar de kinderen toe.

Deze opleiding wordt op veel verschillende manieren aangeboden:
1. Een opleiding van 8 bijeenkomsten binnen de eigen organisatie: hierbij worden de mensen binnen de organisatie die het proces aansturen getraind zodat zij het proces geheel zelfstandig kunnen begeleiden.
2. Een opleiding van 8 bijeenkomsten in een regio met mensen van verschillende kindcentra.

 


Variant 1 en 2: De studiebelasting bedraagt  8 maal 3=24 uren voor de bijeenkomsten met daarnaast ongeveer  12 uur voor de aanleg van het eigen portfolio en het invullen van de LIDO-scan. In totaal dus 36 uur. Praktijkopdrachten en stage kunnen zoveel mogelijk op de werkvloer worden uitgevoerd. De leesopdrachten vormen een eigen investering.

 

KIndgerichte VVE: de pedagogiek van het luisteren 

Wat houdt kinderen bezig?
in plaats van

hoe houden wij kinderen bezig?

Het doel van deze opleiding is om pedagogisch medewerkers goede handvatten te geven voor het in de praktijk brengen van de uitgangspunten van de “pedagogiek van het luisteren”: een warme begeleiding door professionele volwassenen zonder dat deze te dwingend aanwezig zijn: kindgerichte VVE.

Wanneer je als pedagogisch medewerker kinderen zou willen volgen in wat hen bezig houdt, daar op in zou willen leren spelen op een wijze waarbij je de ontwikkeling van de kinderen professioneel stimuleert, is deze opleiding echt iets voor jou!

Op dit moment bestaan er verschillende VVE-programma’s. Elk VVE-programma wordt door een organisatie uitgegeven en vaak ook door deze organisatie begeleid m.b.v. een training. Het doel van deze trainingen is gericht op het instrueren van dit programma.

Wanneer een organisatie de stap heeft gezet zich te laten trainen m.b.t. een VVE-programma, volgt de volgende belangrijke stap:

De kwaliteit van de kinderopvang binnen de organisatie wordt door de onderwijsinspectie gecontroleerd. Zij controleren de gehele organisatie. Zij richten zich hierbij steeds meer op proceskenmerken: interactie pedagogisch medewerker en kind, de kwaliteit van de leefomgeving, de inzet op de ontwikkeling van kinderen, de zorg voor individuele kinderen en de doelen helder op papier: een uitgewerkt beredeneerd aanbod.

De opleiding : “Meer kindgerichte VVE” biedt een gedegen opleiding waarbinnen al deze factoren aan bod komen en tegelijkertijd op een wijze vorm gegeven worden die recht doet aan kinderen.

De trainingsbijeenkomsten worden gelijkmatig verspreid over een jaar. Hierdoor krijgen de deelnemers de kans tussen de bijeenkomsten het geleerde in de praktijk te brengen, de ideeën en uitwerking hiervan nader te onderzoeken, achtergrondinformatie erbij te lezen en vervolgens hierop te reflecteren en dit zichtbaar te maken op hun eigen wijze in het portfolio. Een bijeenkomst duurt drie uur. Er zal steeds een instructie plaats vinden, mogelijkheid tot uitwisseling onderling en er zal van diverse werkvormen gebruik gemaakt worden zodat elke deelnemer op zijn eigen wijze de materie kan verkennen.

Deze opleiding wordt op veel verschillende manieren aangeboden:
Een opleiding van 8 bijeenkomsten binnen de eigen organisatie: hierbij worden de mensen binnen de organisatie die het proces aansturen getraind zodat zij het proces geheel zelfstandig kunnen begeleiden.
Een opleiding van 8 bijeenkomsten in een regio met mensen van verschillende kindcentra.
 

 

Wil je weten hoe anderen deze opleiding hebben ervaren? Klik hier voor referentiefilmpjes!

1. Verantwoording
2. Leerdoelen
3. Werkvormen en didactische verantwoording
4. Globale leerinhoud en uitwerking per bijeenkomst
.

Wanneer je kijkt naar de uitgangspunten van kinderdagverblijven wordt genoemd kindgericht te willen werken. Vanuit de zoektocht naar wat dat “kindgericht” precies wil zeggen is de uitwerking van deze opleiding tot stand gekomen.

Welke factoren maken dat je als kindcentrum kindgericht werkt en ze de ruimte geeft om zich te ontwikkelen op een wijze waarbij ze daadwerkelijk de ruimte krijgen?

 

Een pedagogisch medewerker die deze visie vorm zou willen geven zou moeten beschikken over competenties op het gebied van Kennis over leren en ontwikkelingsstimulering, Leiderschap en organisatie. En dit alles met pedagogisch inzicht en tact.
Deze competenties zijn geheel in beeld gebracht in een competentiescan. Deze scan kun je gebruiken om een concreet zicht te krijgen op uitvoering van deze pedagogiek in de praktijk.
 

Wanneer jij je zou willen verdiepen in een kindgerichte pedagogiek waarbij de visie van Reggio Emilia, Ervaringsgericht onderwijs, Jenaplanonderwijs, Freinetonderwijs, Duurzaam opvoeden, Emmi Pikler en Ontwikkelingsgericht onderwijs een grote rol spelen, is deze opleiding geschikt voor jou.
Tijdens deze opleiding zullen we steeds samen kijken naar de uitgangspunten en dit tegelijkertijd vertalen naar de praktijk zodat je er de volgende dag mee aan de slag kan in je eigen groep.
Deze opleiding geeft een gedegen pedagogische verdieping.

De opleiding “de pedagogiek van het luisteren” is gericht op pedagogisch medewerkers, pedagogisch managers en leidinggevenden van peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en BSO’s. Het geeft je handvatten om de visie te kunnen verwoorden en de visie daadwerkelijk handen voeten te geven in de praktijk. Deze opleiding is geschikt als oriëntatie maar zeker ook als verdieping om deze pedagogische visie nog verder te implementeren in de praktijk.

Na het volgen van deze opleiding ben je bekend en vertrouwd met alle aspecten en uitgangspunten van de pedagogiek van het luisteren. Je kunt de visie achter deze pedagogiek verwoorden richting ouders en collega’s en je kunt de volgende vaardigheden laten zien in de praktijk. Het complete beeld is zichtbaar gemaakt in de KLOPscan, maar hieronder kun je de meest essentiële terug vinden.

Inhoudelijke kennis:

  • Ik ben bekend met de uitgangspunten van de pedagogiek van Reggio Emilia, Emmi Pikler en Duurzaam opvoeden.
  • Ik ben bekend met het pedagogisch kader 0-4 en 4-13 en weet dit te vertalen naar de visie van de pedagogiek van het luisteren.
  • Ik ben bekend met de NCKO kwaliteitsmonitor.
  • Ik ken de opbouw van de verschillende ontwikkelingsgebieden van de ontwikkeling van kinderen en weet de details terug te vinden.
  • Ik ken de pedagogische cyclus en de REEXcirkel
  • Ik ken de verschillende instrumenten om welbevinden en betrokkenheid te observeren.
  • Ik ben bekend met de theorie van de meervoudige intelligentie van Howard Gardner.

Ontwikkeling stopt nooit. Je bent nooit klaar met leren. Dat geldt voor iedereen. Na de afronding van de opleiding “de pedagogiek van het luisteren”, blijft de ontwikkeling van een deelnemer niet stil staan. Als het goed is blijft de deelnemer groeien, en werkt opleiding als een soort katalysator: het versnelt en verdiept je ontwikkeling als pedagogisch medewerker op een kinderdagverblijf en/of de BSO



De deelnemer is in eerste instantie verantwoordelijk voor de ontwikkeling.

We helpen erbij eigen ontwikkeling, maar de deelnemer stuurt.
En dat lijkt makkelijker dan het is…



Wat de een kan of weet, moet de ander nog onder de knie krijgen. Bepaalde in het verleden vaak de op-leiding wat de deelnemers leerden, nu bepaalt de deelnemer dat grotendeels zelf. Bepaalde in het verleden de do¬cent alleen of het voldoende was, nu beoordelen ook de deelnemers zichzelf en elkaar. De opleiding brengt de visie op ontwikkeling van mensen zelf in praktijk: “pedagogiek van het luisteren”.



Het gaat om wat de deelnemer wil leren. Zij gebruikt de docent, de opleidingsmap maar ook de collega’s om zichzelf verder te helpen naar de pedagogisch medewerker die ze graag zou willen zijn.

*

Hoe meer je weet, des te makkelijker je een groep kinderen kunt begeleiden. Je kunt de ontwikkeling van kinderen beter stimuleren met veel kennis. Maar ook met veel vragen. Mensen met veel vragen krijgen ook veel antwoorden, en mensen met veel antwoorden krijgen veel vragen. Het is de kunst om ieder antwoord te bevragen. Wees nieuwsgierig in de opleiding. Stel jezelf en de anderen steeds vragen

Je krijgt hoorcolleges van de docent, maar ook de ervaringen van collega’s.
We maken gebruik van zeer verschillende werkvormen die passen bij de pedagogiek waar we het over hebben:

  • Uitwisseling
  • Groepsdiscussie
  • Onderwijsleergesprekken (een instructie waarbij je stapsgewijs mee wordt genomen zodat je er bij betrokken wordt vanuit je eigen ervaringen)
  • De ervaringsgerichte dialoog: we oefenen hoe we aan kunnen sluiten bij elkaars gevoelens zodat we dit ook met de kinderen kunnen.
  • Intervisie
  • Spelvormen: afwisseling gesprek, spel, werk, viering
  • In groepen samenwerken: in kleinere groepen met verschillende werkvormen

Daarnaast moet je ook lezen. En natuurlijk over al die kennis en vaardigheden spreken. We wisselen steeds ervaringen uit. We blijven onszelf en elkaar steeds bevragen. We blijven over de schutting kij¬ken!
Lezen, hoorcolleges, het klinkt allemaal pittig: als het goed is ervaar je dit zo absoluut niet: het gaat namelijk steeds om de dingen waar je elke dag mee bezig bent; het werken met de kinderen. Alles is gericht op je dagelijkse praktijk en alles wat je doet ,doe je zoveel mogelijk tijdens je werk in je groep.
Tijdens elke bijeenkomst maak je notities over hetgeen jou raakt en bezig houdt. En je noteert ideeën die je eventueel uit zou willen proberen. Je krijgt een opleidingsmap waarin alles terug te vinden is en waar je al je ervaringen op jouw eigen manier in op kunt slaan. Zo ontstaat een ideeënbundel waaruit je hopelijk nog jaren kunt putten.
Het is zeker geen schrijversopleiding, je geeft je gehele portfolio vorm op een wijze die bij jou past. Hiertoe doe je zelf een voorstel richting de docent.

*

Oh, dat kan ik al”. “Dat doe ik al jaren”. “Ik heb dat goed voor mekaar”. Natuurlijk is het mogelijk dat je al veel voor elkaar hebt. Maar we hebben allemaal een blinde vlek! We zien namelijk niet wat anderen zien. We zien niet hoe anderen ons zien. Daarom heb je anderen nodig bij je eigen ontwikkeling.

Johari venster

Tijdens de opleiding vraag je anderen of zij vinden dat je dat al goed voor mekaar hebt. Je maakt gebruik van 360 graden feedback. Collega’s maar vooral ook kinderen kunnen je veel informatie geven hoe jij bent als pedagogisch medewerker. Zo maak je gebruik van hen om je eigen blinde vlek zo klein mogelijk te krijgen. Dat kun je niet alleen. Daar heb je anderen voor nodig!

*

Alles draait om het kind.

Het pedagogisch klimaat is bepalend.

Een goed pedagogisch klimaat kunnen pedagogisch medewerkers creëren.
Hun leiderschap, kennis (inhoud) organisatorische vaardigheden en didactische vaardigheden zijn bepalend.

De cultuur en de structuur van de organisatie moeten gericht zijn op het stimuleren van een goed pedagogisch klimaat.

De samenwerking tussen team, ouders en leiding spelen een grote rol in het bevorderen van een goed pedagogisch klimaat.

Wij hanteren 8 kwaliteitscriteria waaraan we de gehele cirkel steeds spiegelen. Deze kwaliteitscriteria zullen uitgediept worden tijdens de bijeenkomsten.

*

De binnenste schijf van de REEXcirkel bevat ‘het pedagogisch klimaat’, dat is opgebouwd uit Kennis van leren en ontwikkelingsstimulering, Leiderschap en Organisatie. Een goede pedagogisch medewerker is bekwaam op deze vier terreinen:

  1. Kennis van leren en ontwikkelingsstimulering: welke ontwikkelingsgebieden kunje op welke wijze stimuleren?

  2. Leiderschap: je geeft leiding aan kinderen, aan een groep.

  3. Organisatie: je hebt de groepsorganisatie op orde.

*

Met behulp van een groeikaart brengt de deelnemer de eigen ontwikkeling in beeld. Indien alle onderdelen afgetekend zijn, is de opleiding “pedagogiek van het luisteren” afgerond.

 

  1. 80% aanwezigheid
  2. voldoende aangetoonde ontwikkeling
  3. afsluitende eindpresentatie

De Reexcirkel tracht het totale plaatje van de pedagogiek van het luisteren samen te vatten. Bij elke bijeenkomst wordt de cirkel erbij genomen en zo inzichtelijk gemaakt waar we het op dat moment over hebben.

*

Aan de hand van deze bijeenkomst krijgen de deelnemers een beeld van het totaalplaatje van de pedagogiek van het luisteren. Ze maken kennis met de drie pedagogen:

 

  • Het kind en het andere kind

  • De volwassene

  • De ruimte als pedagoog

Daarnaast kijken we naar de proces gerichte wijze van werken met kinderen waardoor elke pedagogisch medewerker weet hoe zij kan voorkomen dat alle kinderen dezelfde paddenstoelen afleveren bij het knutselen.

*

De deelnemers krijgen een duidelijker beeld van de kindgerichte VVE doordat ze beelden te zien krijgen van een kinderdagverblijf dat werkt vanuit deze uitgangspunten. Hierdoor wordt de vertaling naar de praktijk gemaakt. Daarnaast wordt een vertaalslag gemaakt vanuit de theorie naar de praktijk: wat betekent het wanneer je “uitgaat van het competente kind”.
Voor de jongere kinderen verdiepen we ons in de pedagogiek van Emmi Pikler.
Voor de oudere kinderen duiken we in de materie van de groepsvergadering van de Freinetpedagogiek waarbij problemen die in de groep voorkomen niet door de volwassenen worden geregeld door een nieuwe aanpak te introduceren maar door het probleem samen met de kinderen te bespreken, de gewenste situatie te bespreken en samen met de kinderen de nieuwe aanpak te bedenken en uit te werken.

Deze bijeenkomst wordt tevens een start gemaakt met het “leren documenteren” als middel om tot de pedagogiek van het luisteren te kunnen komen..

*

Samen gaan we aan de slag met verschillende talen die we niet snel aanspreken zoals dans, muziek, natuurbeleving, maar wel enorm bij kinderen passen. Door het zelf aan den lijve te ondervinden, videomateriaal samen te bekijken gaan we op zoek naar wat het betekent om steeds op zoek te zijn naar Toeval. Ook bekijken we materiaal van de Stichting Toeval gezocht.

bottom of page